Is een psychotherap...
 
Meldingen
Alles wissen
1 Berichten
2 Gebruikers
0 Reactions
2 Bekeken
0
Topic starter

Heb je echt een psychotherapeut nodig bij psychedelica therapie?

1 antwoord
0

Nee, een psychotherapeut is niet per se noodzakelijk om therapeutisch effect van psychedelica te bereiken. Er is degelijk bewijs dat bepaalde middelen ook zonder begeleide psychotherapie klinisch relevante effecten kunnen geven. Tegelijkertijd geldt: bij complexe psychische aandoeningen vergroot goede begeleiding door een psycotherapeut of psychdelelica-expert (psycho-educatie, voorbereiding, integratie) meestal de veiligheid, effectgrootte en duurzaamheid. Het antwoord is dus: het kán zonder, maar het is niet altijd verstandig om het zonder (ervaren) begeleiding te doen—en bij sommige indicaties is intensievere psychotherapie wél aan te raden.

Onderzoeken naar psychedelica zonder psychotherapie:

Psychedelica worden meestal onderzocht in combinatie met begeleide psychotherapie, maar er zijn ook aanwijzingen dat deze middelen op zichzelf therapeutische effecten kunnen hebben. Hieronder hebben we wetenschappelijke studies verzameld (klinisch, preklinisch en observationeel) die laten zien dat psilocybine, LSD, ayahuasca, MDMA en verwante analogen (zoals methylone) therapeutisch kunnen werken zonder dat er een psychotherapeut bij betrokken is. We vermelden per studie de substantie, de toepassing/aandoening, het studietype, de aard van de interventie (zonder psychotherapie), de belangrijkste bevindingen, en eventuele methodologische opmerkingen. 

Substantie Aandoening / Toepassing Studietype (jaar, n) Interventie (zonder psychotherapie) Belangrijkste bevindingen Methodologische opmerkingen
Psilocybine & LSD Clusterhoofdpijn (episodisch en chronisch) Observatie-studie (2006, n=53) Zelfbehandeling door patiënten met psilocybine of LSD, zonder therapeutische begeleiding. 22 van 26 gebruikers rapporteerden dat psilocybine een acute clusterhoofdpijn-aanval stopte. Daarnaast meldde 25 van 48 psilocybine-gebruikers en 7 van 8 LSD-gebruikers dat hun hele clusterperiode voortijdig werd beëindigd. Ook gaf 18 van 19 psilocybine- en 4 van 5 LSD-gebruikers aan dat de remissietijd tussen aanvallen verlengd werd. Observatie en zelfrapportage; geen controlegroep. Mogelijke selectiebias (enthousiaste gebruikers). Toch wijst het op een direct fysiologisch effect van psychedelica op clusterhoofdpijn.
Psilocybine Microdosing voor welzijn (diverse mentale functies) Prospectieve observatie (2019, n=98) Regelmatig microdoseren (zeer lage doses) door gebruikers, zonder therapie of begeleiding. Op dagen dat deelnemers microdoseerden, rapporteerden zij een verbetering in hun psychologisch functioneren (o.a. stemming, aandacht, productiviteit) vergeleken met niet-doseerdagen. Over zes weken nam gemiddeld de gerapporteerde depressie en stress iets af, en het concentratievermogen toe. Echter, er werden geen blijvende effecten na de doseerdagen gevonden en bepaalde persoonlijkheidsaspecten (zoals neuroticisme) namen juist toe. Geen placebo- of controlegroep; verwachtingseffecten spelen waarschijnlijk een rol. Resultaten suggereren lichte voordelen, maar causaliteit is onzeker. Later placebo-gecontroleerd onderzoek vond nauwelijks verschil met placebo (wijst op sterke placebo-effecten).
LSD Pijnbestrijding (experimentele pijnprikkel) Dubbelblind placebogecontroleerd (2021, n=24) Lage dosis LSD (5–20 µg, subhallucinogeen) bij gezonde vrijwilligers, zonder psychologische interventie. Een enkele lage dosis LSD van 20 µg gaf een significant analgetisch effect: deelnemers konden langer ijskoud water verdragen en rapporteerden minder pijn en onaangenaamheid. Dit pijnstillende effect hield uren aan terwijl de psychedelische effecten minimaal waren. Robuuste RCT met placebo; kleine sample maar crossover design. Toont aan dat LSD zelf fysiologisch analgesie kan geven zonder therapie. Verdere studies bij patiënten met chronische pijn zijn nodig (beloftevol maar nog niet klinisch getest).
Ayahuasca Depressie (behandeling-resistente depressie) Open-label klinische trial (2015, n=6) Eén orale dosis ayahuasca toegediend op een psychiatrische afdeling, zonder aanvullende psychotherapie (alleen medische monitoring). Er trad een snelle en sterke daling op in depressiescores (HAM-D en MADRS): ~82% symptoomreductie binnen 1 dag, effect aanhoudend na 7 en 21 dagen. Tevens verminderden angstige depressiesymptomen aanzienlijk. Er traden geen tekenen van manie of psychose op na de dosis, wat suggereert dat intense psychedelische ervaringen niet noodzakelijk zijn voor stemmingsverbetering. Zeer kleine studie zonder controlegroep. Resultaten zijn indrukwekkend maar voorlopig. Geen placebo-arm betekent dat verwachtingen niet uitgesloten kunnen worden. Wel belangrijke eerste aanwijzing van direct antidepressief effect van ayahuasca.
Ayahuasca Depressie (behandeling-resistente depressie) Dubbelblind RCT (2018, n=29) Eén dosis ayahuasca vs. placebo in ziekenhuissetting, zonder psychotherapie (wel veilige setting met medisch toezicht). Significant betere antidepressieve respons met ayahuasca dan met placebo. Al 1 dag na inname waren depressiescores (MADRS) lager bij de ayahuascagroep, en dit verschil werd groter op dag 2 en dag 7. Na 7 dagen had ~64% van de ayahuasca-patiënten klinische respons (vs. 27% bij placebo; p = 0,04). Effectgroottes namen toe tot een grote omvang (Cohen’s d ~1,5 op dag 7). Eerste placebo-gecontroleerde studie met een psychedelisch middel bij depressie. Sterk design (gerandomiseerd, dubbelblind). Beperkt door kleine steekproef en korte follow-up (1 week). Geen therapie toegevoegd, dus effect komt waarschijnlijk door de farmacologische en introspectieve werking van ayahuasca zelf.
MDMA Depressie (preklinisch model) Dierstudie (2011, rattenmodel) Acute MDMA-toediening bij “depressieve” ratten (Flinders Sensitive Line) vóór gedragstest; uiteraard geen psychotherapie bij dieren. Een enkele dosis MDMA gaf een dosis-afhankelijk antidepressant-achtig effect: “depressieve” ratten werden veel minder immobiel in de geforceerdezwemtest vergeleken met onbehandelde ratten. Bij de hogere dosis (10 mg/kg) was het effect het sterkst, vergelijkbaar met klassieke antidepressiva. Herhaalde toediening verminderde dit effect weer, wat duidt op tolerantie-ontwikkeling. Preklinisch bewijs dat MDMA zelf (zonder therapie) acute stemmingsverbetering kan geven. Relevantie voor mens is indirect, maar ondersteunt dat MDMA farmacologisch een rol speelt bij depressie.
MDMA Angststoornis / PTSD-model (vreesextinctie) Dierstudie (2015, muizen) MDMA injectie gegeven vóór extinctietraining (blootstelling aan angstaanzettende prikkel) bij muizen; geen therapie, alleen leerprocedure. MDMA (7,8 mg/kg) vóór de sessie verbeterde sterk en langdurig het uitdoven van angstherinneringen. Muizen die MDMA kregen, vertoonden veel minder bevriezing (angstreactie) tijdens én dagen na de extinctietraining vergeleken met controlemuizen. De MDMA-behandeling verhoogde ook markers van neuronale activiteit en neurotrofine (BDNF) in de amygdala en prefrontale cortex, wat wijst op een biologisch mechanisme achter de verbeterde angstextinctie. Dit suggereert dat MDMA het leerproces van angstvermindering rechtstreeks faciliteert. Sterk gecontroleerd dieronderzoek dat een mechanistische basis geeft voor MDMA’s effect. Het benadrukt dat MDMA zelf het brein gevoeliger maakt voor angstverwerking. In klinische praktijk wordt MDMA bij PTSS altijd met therapie gegeven, maar deze data tonen dat de farmacologische component een cruciale bijdrage levert aan het therapeutisch effect.
Methylone (MDMA-analoog) Depressie & angst (preklinisch) Dierstudie (2023, ratten) Methylone-toediening bij ratten, gevolgd door gedragsproeven (zwemtest voor depressie, open veld voor angst). Geen psychologische interventie. Een enkele dosis methylone veroorzaakte een snelle en krachtige antidepressieve reactie in de ratten: de immobiliteit in de zwemtest nam ~95% af vergeleken met controledieren. Dit effect hield minstens 72 uur aan na één dosis. Ter vergelijking: driemaal een SSRI (fluoxetine) gaf slechts ~50% vermindering voor <24 uur. Methylone liet bovendien angstremming zien: behandelde ratten verkenden het open veld meer (brachten meer tijd in het midden door) dan controles. Zeer positief preklinisch resultaat, wijst op potentieel snelle antidepressieve werking. Ondersteund door eerste klinische observaties (casusseries) bij PTSS- en depressiepatiënten. Let op: dit onderzoek is uitgevoerd door betrokkenen bij een farmaceutisch programma (mogelijk belangenverstrengeling). Klinische validatie in grotere studies ontbreekt nog.
Methylone PTSS (Post-traumatische stressstoornis) Retrospectieve casusreeks (2022, n=?), follow-up studie Psychiatrische patiënten met PTSS kregen (buiten onderzoek) methylone als behandeling, zonder gestructureerde therapie; symptomen werden over tijd gevolgd. In deze reeks van klinische gevalsbeschrijvingen (aantal patiënten niet expliciet vermeld) werd gerapporteerd dat toevoeging van methylone leidde tot symptoomverbetering bij PTSS-patiënten. In langdurige follow-up bleven de PTSS-symptomen bij de meesten verlicht, wat suggereert dat methylone mogelijk een blijvend therapeutisch effect kan hebben. Ook werd genoteerd dat methylone goed verdragen werd en mildere effecten gaf vergeleken met MDMA. Vroeg klinisch bewijs op basis van cases, zonder controlegroep. Mogelijke bias door kleine steekproef en geen randomisatie. Desondanks significant omdat het directe humane indicaties geeft van werkzaamheid zonder intensieve psychotherapie. Deze data hebben bijgedragen aan toestemming voor verdere trials.
           

 

Wat laat het onderzoek zien zonder psychotherapie?

Er zijn meerdere voorbeelden waarin de stof zelf therapeutisch werkt, met hooguit medische monitoring of basale ondersteuning—maar zonder gestructureerde psychotherapie.

  1. Ayahuasca bij depressie. In een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde trial leidde één dosis ayahuasca in een ziekenhuissetting (zonder behandeltraject aan gesprekstherapie) tot snelle en klinisch betekenisvolle dalingen in depressiescores vs. placebo; het verschil was al na 1–2 dagen zichtbaar en groter na 7 dagen. Dit wijst op een intrinsiek antidepressief effect van de stof in een veilige, maar niet-psychotherapeutische setting.

  2. LSD en pijn. Bij gezonde vrijwilligers gaf een lage (sub-hallucinogene) dosis LSD een meetbaar analgetisch effect (hogere pijntolerantie, minder pijnbeleving) zonder enige psychologische interventie. Dit ondersteunt dat LSD via neurobiologische mechanismen pijn kan moduleren, los van therapie.

  3. Psilocybine/LSD en clusterhoofdpijn. In een (klassieke) patiëntenenquête rapporteerden veel gebruikers dat een dosis psilocybine of LSD aanvallen aborteerde, clusterperioden verkortte en remissies verlengde, zonder psychotherapie. Ondanks beperkingen van zelfrapportage is dit consistent met een direct fysiologisch effect

  4. Microdoseren en verwachtingen. Prospectieve en placebo-gecontroleerde burgerwetenschap laat zien dat microdoseren soms dagelijkse welbevinden-scores verhoogt, maar dat placebo een groot deel van die winst kan verklaren. Dit nuanceert claims over microdosing zonder therapie.

  5. MDMA: mechanistische aanwijzingen. In muismodellen faciliteert MDMA het uitdoven van angst via BDNF-afhankelijke plasticiteit in amygdala/prefrontale cortex—een direct neurobiologisch effect dat zónder “pratende” therapie al zichtbaar is. Klinisch wordt MDMA meestal mét therapie gegeven, maar dit dierwerk laat zien dat de farmacologie zelf therapeutische leercurven kan versterken.

Wanneer is intensievere psychotherapie wel verstandig?

Bij PTSS, ernstige of chronische depressie, complexe comorbiditeit, traumadynamiek, verslaving of wanneer er veiligheidsrisico’s spelen (bijv. suïcidaliteit, psychosegevoeligheid), is een therapeutisch kader sterk aan te bevelen. Psychotherapie helpt om de ervaring te kaderen, integreren en te verankeren in gedrag—en verkleint het risico dat moeilijke emoties ongeleerd blijven. Ook praktisch: de meeste moderne psilocybine- en MDMA-trials zijn zo ontworpen (met voorbereiding en integratie) omdat dit veiligheid en reproduceerbaarheid verhoogt. 

Heb je echt een psychotherapeut nodig bij psychedelische therapie?

De huidige wetenschappelijke inzichten laten zien dat psychedelica zelfstandig therapeutische effecten kunnen hebben, dus ook zonder formele psychotherapie. Onderzoeken met ayahuasca bij depressie, LSD bij pijn en psilocybine of LSD bij clusterhoofdpijn laten zien dat de stoffen op zichzelf al krachtige veranderingen kunnen teweegbrengen. Toch betekent dit niet dat iedereen het veilig en effectief volledig alleen kan doen.

Er is namelijk een spectrum van begeleidingsbehoefte. Aan de ene kant zijn er mensen die voldoende hebben aan het middel zelf, terwijl anderen juist gebaat zijn bij een therapeutisch kader of zelfs helemaal niet geschikt zijn.

De middenroute

Tussen volledige psychotherapie en helemaal alleen is er een praktische middenweg. Deze bestaat uit:

  1. Medische screening en contra-indicaties checken (bijvoorbeeld hartproblemen, psychosegevoeligheid).

  2. Set & setting optimaliseren, zodat de omgeving veilig en ondersteunend is.

  3. Een ervaren gids of tripsitter (niet per se een psychotherapeut) die kan waken over veiligheid, dosering en proces.

  4. Integratie-check-ins achteraf, bijvoorbeeld in de vorm van coaching, psycho-educatie of reflectieve opdrachten, zodat inzichten een plek krijgen.

Dit model sluit nauw aan bij de meeste studies waarin niet per se psychotherapie werd toegepast, maar wél een veilige setting en monitoring aanwezig waren.

Verdeling in de praktijk

Op basis van ervaring en inschatting kun je de populatie grofweg als volgt indelen:

  • 25% van de mensen kan een psychedelische sessie veilig en effectief helemaal alleen ondergaan. Dit is afhankelijk van de dosering en hoe hoger de dosering en effecten, des te eerder begeleiding wel gewenst is.
  • 60% heeft veel baat bij ondersteuning van een psychedelica-expert, zoals een ervaren tripsitter, triptherapeut, psycholoog, maar hoeft geen psychotherapeut te zijn.
  • 10% heeft wél een volledig psychotherapeutisch kader nodig om veilig en constructief te werken met psychedelica.
  • 5% is niet geschikt voor psychedelische sessies vanwege medische, psychiatrische of persoonlijke contra-indicaties.

 

https://tripforum.nl/wp-content/uploads/wpforo/default_attachments/1755774041-Begeleidingsbehoefte-bij-psychedelische-sessies.png

Conclusie

Een psychotherapeut is dus niet altijd noodzakelijk bij psychedelische therapie. Voor het merendeel van de mensen volstaat begeleiding door een ervaringsdeskundige of tripcoach. Alleen een kleine groep heeft intensieve psychotherapie nodig, terwijl een kwart van de mensen zelfs helemaal zonder begeleiding vooruit kan. De kern ligt in een goede screening en het afstemmen van de mate van begeleiding op de individuele behoefte en veiligheid.

Social share