Het gebruik van psychedelica in de geestelijke gezondheidszorg maakt wereldwijd een stille opmars. Waar psilocybine en MDMA al vaker in de schijnwerpers staan, begint ook LSD opnieuw aandacht te krijgen als mogelijk hulpmiddel bij mentale klachten. Maar hoe zit dat bij mensen met een autismespectrumstoornis (ASS)? Kan LSD bijdragen aan meer rust, emotionele verwerking of sociale verbondenheid? In dit artikel verkennen we de wetenschappelijke inzichten, praktijkervaringen én de benadering van Triptherapie rondom dit onderwerp.
LSD (lyserginezuurdi-ethylamide) beïnvloedt onder meer de serotonerge signalering via de 5HT2A-receptoren. Deze receptoren spelen een sleutelrol in neuroplasticiteit — het vermogen van de hersenen om te veranderen en nieuwe verbindingen te maken. Bij mensen met autisme wordt vaak een afwijkende werking van het serotoninesysteem gezien, wat LSD in theorie tot een interessante kandidaat maakt voor therapie.
Een studie in Frontiers in Neuroscience bespreekt hoe LSD (en andere serotonerge psychedelica) mogelijk gedragsmatige rigiditeit, angst en sociale beperkingen kunnen verzachten. De auteurs suggereren dat LSD de communicatie tussen hersengebieden herstructureert, wat ruimte kan scheppen voor nieuwe perspectieven, inzichten en meer emotionele flexibiliteit.
Tussen 1959 en 1974 werden al meerdere kleinschalige studies uitgevoerd waarbij kinderen met ASS LSD kregen toegediend. Sommige resultaten lieten gedragsverbetering zien, maar de methodologische beperkingen waren groot. Pas de laatste jaren komt er opnieuw gestructureerd onderzoek op gang.
Hoewel LSD-onderzoek specifiek gericht op autisme nog beperkt is, biedt het bredere werkveld van psychedelische therapie — waaronder dat met psilocybine en MDMA — hoopvolle aanwijzingen. Zo loopt er momenteel onderzoek naar hoe serotonerge stoffen, waaronder LSD, hersenfuncties bij ASS kunnen beïnvloeden.
Bij LSD therapie via Triptherapie wordt LSD aangeboden via legale analogen. Deze middelen hebben een vergelijkbare werking als LSD-25, maar vallen niet onder de Nederlandse Opiumwet. In de praktijk blijkt dat LSD-sessies effectief kunnen zijn bij onder andere depressie, angststoornissen en trauma. Ook autisme staat op de radar, zij het met nuance.
Vanwege de lange werkingsduur van LSD (gemiddeld 8 tot 12 uur) wordt het meestal aangeraden aan mensen die al ervaring hebben met psychedelica. Voor mensen met ASS wordt daarom vaak eerst een psilocybine sessie ingezet, om te beoordelen hoe iemand omgaat met verwarring, zintuiglijke input en introspectie.
Op het forum worden positieve ervaringen gedeeld van truffelsessies bij autisme. Wat vaak opvalt: zodra de cognitieve controle even losgelaten wordt, ontstaat er ruimte voor emotionele verwerking en begrip — voor zichzelf én voor anderen. Diezelfde potentie geldt ook voor LSD, mits goed begeleid en met aandacht voor persoonlijke grenzen.
Een begeleider schreef over LSD: “Het doorbreken van analytische patronen bij ASS vereist vertrouwen en voorbereiding. LSD is geen wondermiddel, maar wel een katalysator voor inzicht en zelfacceptatie als de juiste voorwaarden aanwezig zijn.”
LSD is niet voor iedereen geschikt. Mensen met een verhoogde kans op psychose, paranoia of extreme verwarring wordt afgeraden om met LSD te werken. Ook het gebruik van antidepressiva of antipsychotica kan een contra-indicatie zijn. Een grondige intake is daarom essentieel om risico’s te beperken en de kans op een positieve ervaring te vergroten.
LSD-therapie bij autisme is veelbelovend, maar nog in ontwikkeling. De eerste studies en praktijkervaringen laten zien dat LSD kan bijdragen aan meer emotioneel inzicht, acceptatie en sociale verbinding bij ASS. Tegelijkertijd vraagt deze vorm van therapie om een zorgvuldige aanpak, gespecialiseerde begeleiding en vooral: maatwerk. De toekomst van psychedelische therapie bij autisme is hoopgevend — zolang we het pad bewandelen met respect voor kwetsbaarheid en neurodiversiteit.