Diverse onderzoeken...
 
Meldingen
Alles wissen
1 Berichten
1 Gebruikers
0 Reactions
4 Bekeken
(@bessel)
Berichten: 4
Active Member
Topic starter
 

Hieronder heb ik een lijst gemaakt van onderzoeken en studies naar de werkzaamheid van psychedelica.. Elk punt vermeldt kort het ontwerp van de studie en de belangrijkste bevindingen.

Gerandomiseerde en open-label klinische onderzoeken

  • Psilocybine en alcoholverslaving – In een RCT met 84 patiënten met alcoholgebruikstoornis vergeleken onderzoekers psilocybine‑therapie met een actieve placebo. Psilocybine leidde tot duidelijke dalingen van neuroticisme en impulsiviteit en tot een toename van extraversie en openheid. De afname van impulsiviteit ging samen met minder alcoholgebruik na de behandeling.
  • Psilocybine bij hardnekkige depressie – Een open-label proef gaf twaalf mensen met ernstige, therapieresistente depressie eenmalig 25 mg psilocybine. Depressiescores (MADRS) daalden aanzienlijk op week 3 en week 12. De mate van oceaan‑achtig grensvervagend gevoel (“oceanic boundlessness”) tijdens de sessie correleerde met de antidepressieve respons.
  • Natuurlijke of “field”‑studie met psilocybine – Een cohort dat een hoge dosering psilocybine ontving met psychotherapie meldde drie maanden later minder angst en depressie en meer openheid en consciëntieusheid. Mystieke ervaringen, emotionele doorbraken en zinvolle persoonlijke groei bleken de positieve veranderingen te versterken.
  • DMT/harmine‑formulatie – Een dubbelblinde, placebo‑gecontroleerde studie bij 31 mannen testte een innovatieve formulatie met N,N‑dimethyltryptamine (DMT) en harmine. DMT bereikte piekconcentraties van ongeveer 22 ng/mL en veroorzaakte kortdurende ayahuasca‑achtige effecten; harmine bereikte 32,5 ng/mL zonder merkbare subjectieve effecten. De combinatie werd veilig en goed verdragen.
  • Ketamine versus midazolam bij depressie – In een multisite‑trial kreeg een cohort subcutane ketamine (0,5 mg/kg) of midazolam. Bij vaste dosering verminderde ketamine de angst niet significant, maar in een flexibele dosisstrategie was de afname van angst volgens de Hamilton‑angstschaal (HAM‑A) groter dan bij midazolam. Het effect hield vier weken na afloop niet aan.
  • Herhaalde esketamine‑infusies – Bij 18 patiënten met therapieresistente depressie verbeterden herhaalde intraveneuze esketamine‑infusies niet alleen de stemming maar ook de waarneming van emoties. De bias naar het herkennen van verdrietige gezichten nam af en cognitieve prestaties verbeterden.
  • Ketamine versus midazolam bij adolescente meisjes – In een gerandomiseerde studie met 55 adolescenten (allemaal meisjes) met TRD verminderden zowel ketamine als midazolam depressieve en angstige symptomen; ketamine leidde tot meer responders (33 % vs. 14 % na 2 uur) en verminderde innerlijke spanning sterker.
  • Onderhoudsbehandeling met intranasaal racemisch ketamine – Een kleinschalige observatiestudie volgde vijf patiënten die intranasaal ketamine gebruikten gedurende ongeveer zes maanden. Depressiescores bleven laag of daalden, en de kwaliteit van leven verbeterde. Bijwerkingen waren licht (o.a. misselijkheid en lichte bloeddrukstijging); er traden geen ernstige bijwerkingen op.
  • Proteomica en ketamine‑respons – Bij 30 patiënten met een major depressieve stoornis identificeerden onderzoekers zes eiwitten die samenhangen met de antidepressieve respons op ketamine. De veranderingen wijzen op een betrokkenheid van immuunprocessen; sommige eiwitniveaus vóór de behandeling konden responderende patiënten voorspellen.
  • EEG‑correlaten van ketamine‑inductie – Een studie bij 30 mensen met bipolaire depressie liet zien dat subanesthetische ketamine lage EEG‑frequenties verlaagde, gamma‑oscillaties verhoogde en de entropie van hersensignalen deed toenemen. Deze veranderingen waren sterker bij patiënten die later beter reageerden op de behandeling.
  • Real‑world‑studie esketamine – Een retrospectieve Italiaanse studie volgde 63 patiënten die esketamine neusspray kregen; 76 % was na zes maanden responder of remitter. Bijwerkingen zoals sedatie en dissociatie waren in het begin frequent maar namen af; slechts twee patiënten stopten wegens tolerantieproblemen.

Overige klinische onderzoeken en interventies

Dit zijn de kleinere trials en interventies die hier kort worden samengevat:

  • Ketamine bij Rett‑syndroom – Een cross‑over onderzoek testte ketamine bij 21 vrouwen met Rett. De behandeling bleek veilig maar verbeterde niet de dagelijkse activiteit of het welzijn.
  • Ketamine als hulpmiddel bij rookstop – Een pilotstudie onderzocht ketamine (0,5 mg/kg intraveneus) bij rokers maar vond geen significant verschil met placebo in stoppen met roken.
  • Ayahuasca‑retreat – Deelnemers aan een meerdaagse ayahuasca‑ceremonie rapporteerden achteraf een toename van positieve stemming, mindfulness en psychosociaal functioneren en een afname van problematisch alcohol‑ Verwijderde link
  • Virtuele realiteit met illusoire hallucinaties – Een proof‑of‑concept waarbij virtuele psychedelische beelden werden getoond leidde tot een tijdelijke verhoging van cognitieve flexibiliteit en divergent denken.
  • REBAS (REBUS versus REBAS) – Een dubbelblinde studie vergeleek psilocybine (25 mg) onder twee therapeutische benaderingen bij depressie. Beide groepen rapporteerden lagere negatieve zelfovertuigingen en suïcidaliteit; de pre‑dosering‑sessies hadden grote invloed op het resultaat.
  • Magnesium en impulsiviteit – Een studie vond geen verband tussen magnesiumstatus en impulsiviteit bij mensen die psilocybine‑assisted therapie kregen.

Casuïstiek en case‑series

Dit zijn de onderzoeken bevat ook verschillende casusbeschrijvingen:

  • Ketamine‑assisted psychotherapy bij antisociale persoonlijkheidsstoornis – Een patiënt die meerdere sessies ketamine kreeg vertoonde verlichting van agressie en verbetering van sociaal functioneren.
  • “Psilocybine‑ervaring ging mis” – Deze case beschreef een persoon met onderliggende psychose die na recreatief psilocybinegebruik een langdurige psychotische episode doormaakte.
  • Laag‑gedoseerde MDMA bij neuropathische pijn – In een casus leidde herhaalde lage MDMA‑dosering tot een aanzienlijke vermindering van chronische neuropathische pijn.
  • Cardiale stilstand na ketamine – Een case‑serie meldde een zeldzame cardiopulmonale arrestatie kort na een ketamine‑infusie; de patiënt overleefde maar illustreerde het belang van medische toezicht.
  • Suïcide na psilocybine‑therapie – Er werd één casus beschreven van een patiënt met chronische suïcidaliteit die na psilocybinetherapie zelfdoding pleegde; de auteurs benadrukten het belang van screening en nazorg

Observaties en enquêtes

Meerdere onderzoeken brachten patronen van psychedelisch gebruik en gedrag in kaart:

  • Belang van gemeenschap bij psychedelische therapie – Interviews met deelnemers aan gemeenschapsgerichte sessies benadrukten dat ondersteuning na de ervaring (community‑building) cruciaal is voor integratie en welzijn
  • Hallucinogenen en geestelijke gezondheid – Grote surveys constateerden dat personen die hallucinogenen gebruikten meer onderliggende psychische stoornissen rapporteerden, wat mogelijk duidt op zelfmedicatie of selectie.
  • Doodsangst en psychedelica – Een enquête toonde dat mensen die psychedelica hebben gebruikt minder doodsangst rapporteren en meer acceptance of dood, vooral als de ervaring een mystieke kwaliteit had.
  • Ketaminegebruik en risico’s – Surveys wezen op stijgende niet‑medische ketamineconsumptie, met risico op blaas‑ en leverproblemen. Illegaal verkregen ketamine bevatte soms verontreinigingen
  • Online zelfrapportages – Analyse van Reddit‑posts over psychedelica bij opioïdgebruik suggereerde dat sommige gebruikers psilocybine of LSD inzetten bij ontwenning, hoewel systematische data ontbreken
  • Persoonlijke waarden en gebruik – Een Finse enquête toonde dat gebruikers van psychedelica vaak hogere scores hadden op waarden als natuurverbondenheid, zelftranscendentie en openheid.

Meta‑analyses en systematische reviews

  • Psilocybine bij depressie – Een netwerk-meta‑analyse van randomised trials concludeerde dat psilocybine (10–25 mg) sterker gepaard ging met remissie van majeure depressie dan placebo of gebruikelijke zorg, maar benadrukte het kleine aantal studies en het gebrek aan lange termijn‑data
  • Acute cognitieve effecten – Een meta‑analyse vond dat psilocybine de aandacht en executieve functies op de korte termijn licht verslechtert, maar dat dit effect na enkele dagen verdwijnt
  • Esketamine‑spray meta‑analyse – Een overzicht van negen RCT’s toonde dat intranasale esketamine samen met een antidepressivum sneller respons en remissie geeft dan placebo, maar ook meer dissociatie en stijging van bloeddruk

Overzichtsartikelen en commentaren

De lijst van onderzoeken bevat tientallen review‑ en opinieartikelen. Enkele thema’s:

  • Psychedelica als antidepressiva – Recensies benadrukken dat psilocybine en ketamine snelwerkende antidepressieve effecten hebben, mogelijk via neuroplasticiteit, ontstekingsremming en serotonerge modulatie
  • Chronische pijn – Overzichten suggereren dat psychedelica voor sommige vormen van chronische pijn (migraine, clusterhoofdpijn) verlichting kunnen geven, maar klinische bewijzen zijn schaars
  • Veiligheidskaders – Commentaren roepen op tot robuuste ethische richtlijnen om misbruik en grensoverschrijdend gedrag in de psychedelische therapie te voorkomen
  • Farmacokinetiek en interacties – Diverse reviews bespreken de metabolisatie van DMT, psilocybine en ketamine, en de mogelijke interacties met SSRIs en andere geneesmiddelen
  • Psychedelisch exceptionalism – Sommige auteurs waarschuwen voor het verheerlijken van psychedelica als wondermiddelen (“exceptionalism”); anderen bepleiten juist erkenning van hun unieke werkingsmechanismen en de noodzaak van specifieke regulering

Preklinisch onderzoek

Talrijke dierstudies in 2025 onderzochten mechanismen van ketamine, psilocybine en andere entactogenen:

  • Muismodellen lieten zien dat esketamine via de Nrf2‑signaalroute ontsteking remt en neuroprotectie biedt bij adolescenten
  • R‑ versus S‑ketamine – In pijnmodellen bleken de enantiomeren verschillende effecten te hebben op hyperalgesie
  • Psilocybine en microstructuur – Ratten die herhaaldelijk psilocybine kregen vertoonden een toename van synaptische plasticiteit en veranderingen in hersenconnectiviteit.
  • Verslavingsmodellen – Onderzoek naar combinatie LSD/MDMA en naar ibogaïne‑analogen wees op potentieel verslavingsverlichtende effecten.

Theses en gezondheids‑economische analyses

Enkele master‑ en promotieprojecten richtten zich op:

  • Educatie rond ketamine‑assisted psychotherapy (KAP) – Een interventieprogramma voor therapeuten en cliënten werd geëvalueerd op kenniswinst.
  • Groeps‑ versus individuele KAP – Een pilot‑studie vergeleek beide benaderingen qua effectiviteit en kosten.
  • Kosteneffectiviteit van esketamine versus electroconvulsietherapie (ECT) – Een economisch model suggereerde dat esketamine langdurig duurder is dan ECT maar aantrekkelijk blijft voor patiënten vanwege de minder invasieve aard.

Conclusie

Het overzicht uit 2025 toont een explosie aan onderzoek rond psychedelische therapieën. Gerandomiseerde onderzoeken bevestigen het snelle antidepressieve effect van psilocybine en (es)ketamine en onderzoeken mogelijk gebruik bij alcoholverslaving, angst en andere aandoeningen. Observatiestudies en casuïstiek duiden op zowel beloftevolle toepassingen als risico’s en benadrukken het belang van zorgvuldige screening, begeleiding en nazorg. Meta‑analyses onderstrepen dat de bewijslast nog beperkt is en dat er meer grootschalige, placebo‑gecontroleerde studies nodig zijn om werkzaamheid en veiligheid op lange termijn vast te stellen.


 
Geplaatst : 5 november 2025 15:17
Social share