Zorgt ayahauscsa net zoals psilocybine ook voor neuroplasticiteit? Welke van deze substanties zorg voor de hoogste mate van neurogenese?
Ayahuasca met DMT zorgt ook voor neuroplasticiteit, vergelijkbaar met psilocybine. Beide substanties beïnvloeden de serotonine-receptoren in de hersenen, wat leidt tot veranderingen in de neurochemie en de stimulatie van neurotrofines zoals BDNF (Brain-Derived Neurotrophic Factor). BDNF speelt een cruciale rol in de groei, ontwikkeling en overleving van neuronen en is essentieel voor neuroplasticiteit.
Onderzoek heeft aangetoond dat zowel ayahuasca als psilocybine de neuroplasticiteit kunnen verhogen door de afgifte van BDNF te stimuleren. Dit kan leiden tot de vorming van nieuwe neurale verbindingen en het herstel van beschadigde hersencellen. Studies hebben gesuggereerd dat de effecten van ayahuasca op neuroplasticiteit mogelijk ook te maken hebben met de interactie van DMT met de serotonine-receptoren, wat leidt tot een verhoogde synaptische plasticiteit.
Wat betreft de mate van neurogenese, zijn er aanwijzingen dat psilocybine mogelijk een sterkere stimulans biedt voor neurogenese in vergelijking met ayahuasca. Onderzoek heeft aangetoond dat psilocybine de productie van nieuwe neuronen in de hippocampus kan bevorderen, een gebied van de hersenen dat cruciaal is voor leren en geheugen. Dit effect wordt vaak toegeschreven aan de verhoogde BDNF-niveaus die worden veroorzaakt door psilocybine.
Hoewel er nog niet voldoende vergelijkend onderzoek is gedaan om definitieve conclusies te trekken over welke substantie de hoogste mate van neurogenese induceert, lijkt psilocybine op basis van de huidige wetenschappelijke literatuur een significante rol te spelen in het bevorderen van neurogenese en neuroplasticiteit.
Psychedelica zoals LSD, psilocybine en ayahuasca stimuleren neuroplasticiteit via neurotrofine-signalen. Met name BDNF (brain-derived neurotrophic factor) en diens receptor TrkB spelen een cruciale rol. LSD en psilocybine (via psilocin) binden zeer sterk aan TrkB – tot duizendmaal sterker dan klassieke antidepressiva – en activeren zo BDNF-signaalroutes onafhankelijk van 5‑HT₂A. In muis- en kweekstudies verhoogde LSD bijvoorbeeld Bdnf-mRNA binnen 1 uur en BDNF-eiwit na 24 uur, en liet LSD in kweekneuronen een ~2× verhoging van BDNF-eiwit zien. Ook laaggedoseerde LSD (5–20 μg) verhoogde acuut plasma‑BDNF bij gezonde vrijwilligers. Psilocybine (30 mg) toont een vergelijkbaar TrkB-effect: psilocin bindt TrkB net als LSD en bevordert dendritische spinvorming. In muizen gaf een lage dosis psilocybine een licht stijgende tendens in hippocampale neurogenese (hoge dosis verlaagde die juist).
Ayahuasca (DMT plus MAO-remmers zoals harmine) verhoogt eveneens BDNF, maar waarschijnlijk indirect. Een RCT vond dat 48 uur na één dosis ayahuasca het serum-BDNF met ~15% verhoogd was ten opzichte van placebo. Ook chronische toediening (28 dgn) leidde bij ratten tot hogere hippocampale BDNF (vooral bij hoge dosis bij vrouwelijke dieren). Harmine, een β-carboline in ayahuasca, verhoogt op zichzelf BDNF in de hippocampus. In tegenstelling tot LSD/psilocybine is er geen bewijs dat DMT direct aan TrkB bindt. DMT kan plasticiteit bevorderen via de sigma‑1 receptor (bv. krachtige stimulatie van neurogenese in de hippocampus), maar dit verloopt niet primair via BDNF/TrkB.
TrkB‑antagonisten blokkeren de neuroplastische effecten van alle psychedelica. In kweekneuronen schakelde de selectieve TrkB-remmer ANA-12 LSD-, DMT- of DOI-geïnduceerde neuritogenese en spinogenese volledig uit. Dit bevestigt dat BDNF/TrkB-signaal essentieel is voor het plasticiteitseffect. Samengevat versterken LSD en psilocybine hun plasticiteitsbevordering primair via directe TrkB-activatie en BDNF-signalisering. Ayahuasca/DMT verhoogt BDNF en plasticiteit grotendeels via nevenmechanismen (hormetische effecten van β-carbolines en sigma‑1-interactie).
Qua neurogenese scoort DMT/ayahuasca hoger: muizen vertonen sterke toename van hippocampale neurogenese na DMT-behandeling. LSD lijkt geen effect te hebben op adulte neurogenese bij knaagdieren, psilocybine geeft alleen bij lage dosis een licht positieve tendens (hoge dosis verminderde neurogenese).
Al met al suggereert de literatuur dat LSD de sterkste TrkB-activatie en BDNF-upregulatie geeft, gevolgd door psilocybine, terwijl ayahuasca via aanvullende componenten een matiger verhoging van BDNF teweegbrengt. Hieronder een overzichtstabel met de belangrijkste markers.
Middel | BDNF-productie | TrkB-activering | Andere neurotrofines | Neurogenese |
---|---|---|---|---|
LSD | ↑ Bdnf-mRNA (1 h) en BDNF-eiwit (24 h); microdose ↑ plasma-BDNF | Directe, hoge-affiniteit binding aan TrkB; bevordert TrkB-dimerisatie en downstreamsignalen | Geen data; effect op andere neurotrofines niet onderzocht | Geen verhoging van volwassen neurogenese (rats) |
Psilocybine (PSI) | TrkB-binding impliceert BDNF↑ (analogie LSD); in muis hippocampus stat. licht toename bij lage dosis | Directe TrkB-bind. net als LSD; verhoogde spine density in vitro | Onbekend; geen specifieke data (eventuele NGF/NT-3-effecten niet gemeten) | Lage dosis: lichte toename DG-neurogenese; hoge dosis: afname |
Ayahuasca (DMT+MAOI) | ↑ serum-BDNF ~15% na 48 u in humans; ↑ hippoc. BDNF bij langdurig gebruik (rat) | Geen gerapporteerde TrkB-bind. Verhoogt plasticiteit via sigma-1 en secundaire factoren (hormine) | Hormine-componenten ↑ BDNF; effect op NGF/NT-3 niet bestudeerd | Sterke toename hippoc. neurogenese (DMT stimuleert subgranulaire zone) |
Bronnen: Primair onderzoek met muizen en mens: dierenstudies tonen LSD/psilocybine directe TrkB-activatie en plasticiteit; humane data laten BDNF-stijgingen zien na ayahuasca en micro-LSD. Ook in vitro blijken alle psychoplastogenen plasticiteitsmiddelen via BDNF/TrkB te werken. De tabel geeft relatieve effecten; LSD leidt op celniveau tot de grootste BDNF- en TrkB-activering, gevolgd door psilocybine en ayahuasca (DMT).
Neuroplasticiteit:
Ja, ayahuasca zorgt net als psilocybine voor neuroplasticiteit. Beide middelen verhogen BDNF-niveaus, wat een belangrijke rol speelt bij neuroplasticiteit. Psilocybine stimuleert neuroplasticiteit primair door directe activering van de TrkB-receptor via BDNF, terwijl ayahuasca dit effect grotendeels indirect bereikt via DMT (sigma-1 receptor) en β-carbolines (harmine).
Neurogenese:
Ayahuasca (DMT) veroorzaakt de hoogste mate van neurogenese. Dierstudies tonen duidelijk aan dat DMT de neurogenese in de hippocampus sterk stimuleert, terwijl psilocybine slechts lichte tot gematigde effecten heeft in dit hersengebied, afhankelijk van de dosering. LSD vertoont geen significante effecten op adulte neurogenese.
Samenvattend:
Neuroplasticiteit: Psilocybine > Ayahuasca
Neurogenese: Ayahuasca (DMT) > Psilocybine > LSD
Neuroplasticiteit en neurogenese zijn gerelateerd, maar niet hetzelfde:
Neuroplasticiteit verwijst naar het vermogen van bestaande neuronen om verbindingen te veranderen, versterken of verzwakken. Dit gebeurt via dendrietvorming, synapsvorming, en aanpassing van synapssterkte. Neuroplasticiteit is dus vooral de herstructurering van bestaande netwerken.
Neurogenese verwijst specifiek naar de aanmaak van nieuwe neuronen vanuit stamcellen, vooral in specifieke hersengebieden zoals de hippocampus. Dit is dus het toevoegen van nieuwe cellen aan bestaande netwerken.
Andere gebieden:
Als we kijken naar andere hersengebieden dan de hippocampus, wordt het verschil tussen neuroplasticiteit en neurogenese nog duidelijker:
Neuroplasticiteit:
Komt breed verspreid voor, in vrijwel alle hersenregio's.
Psychedelica zoals LSD, psilocybine en ayahuasca stimuleren plasticiteit aantoonbaar in bijvoorbeeld:
Prefrontale cortex (emotionele regulatie, besluitvorming)
Amygdala (emotionele verwerking, angstconditionering)
Cortexgebieden die betrokken zijn bij perceptie, bewustzijn, en cognitie.
Met name LSD en psilocybine zijn uitgebreid onderzocht en vertonen sterke effecten op dendrieten en synapsvorming in corticale neuronen. Ayahuasca heeft vergelijkbare effecten, maar iets minder sterk gedocumenteerd voor corticale gebieden (meeste onderzoek richt zich op hippocampus en limbisch systeem).
Neurogenese:
Buiten de hippocampus is volwassen neurogenese beperkt of bijna niet aanwezig, met uitzondering van specifieke niches zoals de subventriculaire zone (SVZ).
Er zijn vrijwel geen betrouwbare aanwijzingen dat LSD, psilocybine of ayahuasca neurogenese buiten de hippocampus substantieel beïnvloeden bij volwassen dieren of mensen.
DMT (in ayahuasca) stimuleert krachtig neurogenese specifiek in de hippocampus (vooral subgranulaire zone van de dentate gyrus), maar er is géén sterk bewijs dat dit effect zich elders voordoet.
Hersengebied | Neuroplasticiteit | Neurogenese |
---|---|---|
Prefrontale cortex | ✅ Ja (LSD, psilocybine, ayahuasca) | ❌ Geen significant bewijs |
Amygdala | ✅ Ja (LSD, psilocybine, ayahuasca) | ❌ Geen significant bewijs |
Corticale gebieden | ✅ Ja (vooral LSD, psilocybine) | ❌ Geen significant bewijs |
Subventriculaire zone (SVZ) | 🟡 Onvoldoende onderzoek | 🟡 Mogelijk, maar beperkt bewijs |
De duidelijke verhoging van neurogenese door ayahuasca is hoofdzakelijk beperkt tot de hippocampus. Neuroplasticiteit daarentegen is een algemeen fenomeen dat in veel bredere mate optreedt in meerdere hersengebieden en dat bij zowel psilocybine, ayahuasca als LSD in sterke mate voorkomt.