Jullie schrijven dat bezit van MDMA, XTC of een analoog ervan onder 500mg of 1 grote pil in Nederland niet strafrechterlijk vervolgd wordt. Op basis van welke wet of artikel uit het wetboek wordt dit gebaseerd? En waarom is het deze grens van een halve gram?
De reden dat bezit van een kleine hoeveelheid MDMA, XTC of een analoog vaak niet strafrechtelijk vervolgd wordt, ligt niet in een specifieke wet die dit letterlijk zo stelt, maar in een combinatie van wetgeving en vervolgingsbeleid van het Openbaar Ministerie (OM).
Volgens de Opiumwet is het bezit van middelen zoals MDMA strafbaar (artikel 2 onder C). Er bestaat echter een beleidsmatige uitzondering voor een kleine hoeveelheid bedoeld voor eigen gebruik. Die ruimte wordt gegeven via:
Artikel 10, zesde lid, van de Opiumwet: hierin staat dat bij "geringe hoeveelheid voor eigen gebruik" het strafmaximum wordt verlaagd. Dit biedt het OM ruimte om mild op te treden.
Aanwijzing Opiumwet (OM-beleidsregel) en de Richtlijn Strafvordering Opiumwet: daarin wordt concreet benoemd wat het OM als “geringe hoeveelheid” beschouwt. Voor MDMA is dat maximaal 0,5 gram poeder of 1 tablet. Tot deze grens wordt het doorgaans beschouwd als bezit voor eigen gebruik.
Deze grens is geen wettekst uit het Wetboek van Strafrecht, maar een praktische invulling door het OM. Het is gebaseerd op wat in de praktijk als gangbare gebruikshoeveelheid wordt gezien. Door deze norm te stellen, kan de politie onderscheid maken tussen gebruikers (die geholpen moeten worden) en handelaren (die vervolgd worden).
Bij bezit onder deze grens wordt het middel meestal in beslag genomen, maar volgt er geen strafblad of vervolging. Bij bezit van grotere hoeveelheden (bijvoorbeeld tussen 0,5 en 5 gram) kan het OM kiezen voor een geldboete of een strafbeschikking.
Er is dus geen wet die expliciet zegt: “onder 0,5 gram is bezit toegestaan”, maar er is wél sprake van een bewust gekozen beleidslijn door het OM, op basis van de ruimte die de wet geeft. De grens van een halve gram of één pil komt uit die richtlijn, en is bedoeld om proportioneel om te gaan met persoonlijke gebruikershoeveelheden.
Hieronder vind je (1) de formele wettelijke bepaling die het begrip “geringe hoeveelheid voor eigen gebruik” introduceert, en (2) de daarop gebaseerde OM-beleidsregels waarin het abstracte begrip concreet is ingevuld als maximaal 0,5 gram / 1 pil MDMA.
De Opiumwet noemt wél het begrip geringe hoeveelheid, maar specificeert geen exact gewicht. Het relevante zinsdeel luidt:
“Indien het feit […] betrekking heeft op een geringe hoeveelheid, bestemd voor eigen gebruik, wordt gevangenisstraf van ten hoogste één jaar of geldboete van de derde categorie opgelegd.”
In deze aanwijzing bepaalt § 2 (kop “Geringe hoeveelheid voor eigen gebruik van lijst-I-middelen”):
“Onder een geringe hoeveelheid wordt verstaan: een hoeveelheid/dosis die doorgaans wordt aangeboden als gebruikershoeveelheid. Hierbij kan worden gedacht aan bv. één bolletje, één ampul, één wikkel, één pil/tablet (in elk geval een aangetroffen hoeveelheid van maximaal 0,5 gram); een consumptie-eenheid van 5 ml GHB.”
De richtlijn (Staatscourant 2019 nr. 21932) bevestigt dezelfde grens:
“1 tablet /pil / ampule = 0,5 gram. […] Bezit van 0,5 gram of 1 pil geldt als geringe hoeveelheid voor eigen gebruik.”
Verderop in dezelfde tabel staat:
“0,5 gram / 1 pil – Geringe hoeveelheid → Afstand + onttrekking aan het verkeer (geen verdere strafvervolging).”
Bron | Relevante passage |
---|---|
Kamerstuk 36 705, nr. 3 (wijziging Opiumwet) | Verwijst naar het zesde lid van art. 10 voor “geringe hoeveelheid” |
Aanwijzing Opiumwet – overheid.nl | Onder § 2 wordt expliciet 0,5 g als maximale gebruikershoeveelheid genoemd |
Staatscourant-pdf 2019-21932 | Tabel met “0,5 g / 1 pil = geringe hoeveelheid” |
OM-website (harddrugsrichtlijn, webversie) | Beschrijving van 0,5 g-norm |
Juridische praktijkinfo (advocatenkantoor) | Lijstje gedooghoeveelheden (“XTC 1 pil / 0,5 g”) |
Historische richtlijn 1996 (WODC-pdf) | Ook hier 0,5 g als voorbeeld voor geringe hoeveelheid |
Sdu-commentaar Opiumwet art. 2 | Verwijst naar art. 10-criterium voor “geringe hoeveelheid” |
Rechtspraak (Rb Noord-Holland 2023) | Rechter gebruikt de 0,5 g-norm voor eigen-gebruiktoets |
Rechtspraak (Rb Gelderland 2022) | Idem, bespreekt Aanwijzing Opiumwet 0,5 g-norm |
Softdrugsrichtlijn (ter vergelijking) | Voor lijst-II-harddrugs wordt analoog 0,5 g als “één consumptie-eenheid” gehanteerd |
Nog even een gedachte over het handelen en de grenzen die OM hanteert bij bezit van MDMA, analogen en alle andere stoffen die verboden zijn door de Opiumwet. De Opiumwet is voornamelijk bedoel om productie en handel tegen te gaan en de straffen zijn groter bij verdenking van productie en opzettelijke handel.
Ten eerste wordt in Nederland het gebruik van verboden middelen niet bestraft omdat het gebruik niet verboden is om gebruikers in nood te beschermen en ze te helpen indien ze (medische) hulp nodig hebben.
Boetetabel bezit tot 5 gram (met eerste overtreding)
Hoeveelheid harddrugs (MDMA e.d.) Geldboete
> 0,5 g tot 1 g € 375
> 1 g tot 1,5 g € 425
> 1,5 g tot 2 g € 450
> 2 g tot 2,5 g € 500
> 2,5 g tot 3 g € 550
> 3 g tot 3,5 g € 600
> 3,5 g tot 4 g € 650
> 4 g tot 4,5 g € 700
> 4,5 g tot 5 g € 750
* Deze boetes gelden als je voor het eerst wordt gepakt met een illegale stof zoals MDMA of een analoog in Nederland zonder dat je deel uitmaakt van het handelen van deze stoffen (dus enkel voor eigen gebruik).