MDMA is een middel dat bekendstaat om zijn unieke werking op gevoelens van vertrouwen, verbondenheid en openheid. Tijdens therapeutische sessies zien we vaak dat mensen zich makkelijker kunnen uiten, zich veilig voelen en in staat zijn om diepgaande emoties toe te laten. Maar wat gebeurt er nu eigenlijk in het brein wanneer iemand MDMA gebruikt?
Een nieuw wetenschappelijk onderzoek biedt interessante inzichten. In dit onderzoek werd gebruikgemaakt van zebravisjes. Deze kleine waterdieren worden in de neurowetenschap vaak ingezet vanwege de sterke overeenkomsten met menselijke hersenprocessen op het gebied van neurotransmitters, stress en sociaal gedrag. Onderzoekers hebben met behulp van deze visjes onderzocht wat MDMA doet op gedragsniveau én op het niveau van genactiviteit in de hersenen.
Wat opviel, was dat zebravisjes die een lage dosering MDMA kregen, opvallend socialer werden. Ze zwommen vaker naar soortgenoten toe, zochten contact en leken minder schuw. Bij iets hogere doseringen durfden ze zich ook vrijer te bewegen in open en lichte ruimtes, wat wijst op een afname van angstgedrag. Bij te hoge doseringen traden er juist verstoringen op in het motorisch functioneren van de vissen. Dat toont aan hoe belangrijk het is om zorgvuldig om te gaan met de dosering van MDMA. De balans is subtiel, en de therapeutische waarde lijkt het grootst te zijn bij lage tot matige doseringen.
Het meest indrukwekkende onderdeel van dit onderzoek was niet alleen het zichtbare gedrag van de zebravisjes, maar vooral wat zich in de hersenen afspeelde. De wetenschappers ontdekten dat MDMA de manier waarop hersencellen signalen ontvangen en verwerken, daadwerkelijk verandert. Zo bleek dat de genen die coderen voor serotoninereceptoren en de bijbehorende transporteiwitten minder actief werden. Dit is in lijn met wat we al wisten: MDMA zorgt ervoor dat er tijdelijk veel serotonine vrijkomt in het brein, wat een gevoel van welzijn en ontspanning kan oproepen. Tegelijkertijd zagen de onderzoekers dat de gevoeligheid voor oxytocine toenam doordat het aantal oxytocinereceptoren steeg. Dat betekent dat de hersenen ontvankelijker worden voor gevoelens van nabijheid, hechting en liefde.
Interessant genoeg bleek ook dat het aantal vasopressinereceptoren juist afnam. Vasopressine is een stof die eerder gelinkt wordt aan afstand, alertheid en soms zelfs vijandigheid. De combinatie van deze veranderingen wijst erop dat MDMA het brein in een staat van sociale openheid en veiligheid brengt. Dat is precies wat veel mensen ervaren tijdens een goed begeleide therapeutische sessie met MDMA.