Hoe werken MAO remmers en waarom zijn ze gevaarlijk?
MAO-remmers, of monoamino-oxidase remmers, zijn stoffen die de werking van het enzym monoamino-oxidase (MAO) blokkeren. Dit enzym is verantwoordelijk voor de afbraak van verschillende neurotransmitters, zoals serotonine, dopamine en noradrenaline, evenals andere monoamines zoals tyramine. Door het remmen van MAO kunnen deze stoffen langer actief blijven in het lichaam, wat kan leiden tot verhoogde niveaus van deze neurotransmitters. Dit mechanisme is de basis voor het gebruik van MAO-remmers in de behandeling van depressies en angststoornissen, vooral wanneer andere antidepressiva niet effectief zijn.
De kaasreactie:
MAO-remmers behoren tot de oudste klassen van antidepressiva, met een uniek werkingsprofiel dat zowel therapeutische mogelijkheden als significante gevaren biedt. Door remming van monoamine-oxidase (MAO) – een sleutelenzym in neurotransmitterafbraak – moduleren deze middelen de beschikbaarheid van serotonine, noradrenaline en dopamine. Desondanks wordt hun klinisch gebruik beperkt door levensbedreigende interacties met tyraminerijke voeding en serotonergische medicatie. Deze analyse belicht de farmacodynamische principes en risicofactoren die MAO-remmers tot een "laatste keus"-middel maken bij therapieresistente depressies.
MAO-remmers binden zich aan het flavine-adenosine-dinucleotide (FAD) co-enzym van MAO, waardoor het enzym onwerkzaam wordt. Dit heeft twee primaire effecten:
Verhoogde synaptische neurotransmitterconcentraties: Serotonine (5-HT), noradrenaline (NE) en dopamine (DA) accumuleren in de synaptische spleet, wat stemmingsverbetering induceert bij depressieve patiënten.
Opstapeling van perifere monoaminen: Tyramine – een vasoactieve stof in gefermenteerde voeding – kan niet worden gemetaboliseerd, wat leidt tot excessieve (nor)adrenaline-afgifte.
De irreversibele binding van klassieke MAO-remmers (fenelzine, tranylcypromine) vereist 2-3 weken voor enzymregeneratie, terwijl reversibele middelen (moclobemide) kortere wash-outperiodes hebben.
MAO bestaat uit twee subtypes:
MAO-A: Primair verantwoordelijk voor 5-HT en NE-afbraak, gerelateerd aan stemmingsregulatie
MAO-B: Richt zich op DA en fenylethylamine, relevant voor Parkinson
Niet-selectieve remmers (bijv. fenelzine) blokkeren beide isozymen, wat hun brede effecten maar ook bijwerkingenrisico verklaart. Selectieve MAO-B-remmers (selegiline) hebben minder dieetbeperkingen maar beperktere antidepressieve werking.
Tyramine – aanwezig in gefermenteerde producten (oude kaas, salami, sojasaus) – wordt normaal door MAO-A in de darm en lever afgebroken. Bij MAO-remming:
Tyramine bereikt systemische circulatie
Induceert massale NE-afgifte uit presynaptische vesicles
Veroorzaakt α1-adrenerge vasoconstrictie en tachycardie
Klinisch manifesteert dit als:
Kloppende occipitale hoofdpijn (97% van gevallen)
Systolische bloeddruk >180 mmHg (86%)
Intracraniële bloedingen (4% mortaliteit)
Een casusrapport beschrijft een bloeddrukstijging tot 240/130 mmHg na consumptie van 50g cheddarkaas bij fenelzinegebruik.
Combinatie met serotonergische middelen (SSRI's, MDMA, tramadol) leidt tot overstimulatie van 5-HT1A/2A-receptoren. Diagnostische criteria omvatten:
Triade: Mentale statusveranderingen (agitatie), neuromusculaire hyperactiviteit (tremor, clonus), autonome instabiliteit (hyperthermie >38,5°C)
Pathofysiologisch mechanisme:
MAO-remming → 5-HT accumulatie
SSRI's blokkeren SERT-transporters → verdere 5-HT-stijging
Overactivatie van postsynaptische receptoren → maligne hyperthermie
Een studie noteerde mortaliteitscijfers van 2-12% bij onbehandelde gevallen, met risico's piekend binnen 6-8 uur na blootstelling.
Frequente neveneffecten volgens het Farmacotherapeutisch Kompas:
Orthostatische hypotensie (62% prevalentie): Door perifere DA-opstapeling en vasodilatatie
Anticholinerge effecten: Droge mond (45%), constipatie (33%)
Slaap-waakstoornissen: Paradoxale slapeloosheid ondanks sedatie overdag
Zeldzamere complicaties:
Dopaminerge toxiciteit: Psychose-exacerbatie bij schizofrenie (RR 3.1)
GABAerge ontregeling: Myoclonus en hyperreflexie
MAO-remmers interfereren met CYP450-enzymen:
CYP2D6-remming: Verhoogt concentraties van β-blokkers (metoprolol) en antipsychotica (risperidon)
CYP3A4-inductie: Vermindert werkzaamheid van orale anticonceptiva
Een interactiestudie toonde een 4-voudige AUC-stijging van dextromethorfan bij combinatie met tranylcypromine.
Serotonergische middelen: SSRI's, SNRI's, triptanen (minstens 5 weken wash-out)
Sympathicomimetica: Amfetaminen, cocaïne (risico op hypertensie)
Centrale analgesie: Meperidine, tramadol (serotoninesyndroom)
Case reports beschrijven fatale interacties tussen MAO-remmers en:
Linezolid (antibioticum met MAO-remmende werking)
MDMA (recreatief gebruik, 87% mortaliteit bij gelijktijdige inname)
Een tyramine-arm dieet (<10 mg/dag) is essentieel, met vermijding van:
Gerijpte kazen (cheddar, brie: 150-500 mg tyramine/100g)
Gefermenteerde vis (surströmming: 350 mg/100g)
Bepaalde alcoholische dranken (Chianti-wijn: 25 mg/L)
Patiënteneducatie moet zich richten op verborgen bronnen zoals overrijpe avocado's (35 mg/100g) en sojasaus (120 mg/15ml).
Hypertensieve crisis:
Eerste keus: Fentolamine (α-blokker) 5-10 mg IV
Alternatief: Nitroprusside 0,5-10 μg/kg/min
Serotoninesyndroom:
Cyproheptadine (5-HT2A-antagonist): 12 mg oraal, gevolgd door 2 mg elk uur tot controle
Koeling en benzodiazepinen voor agitatie
MAO-remmers vertegenwoordigen een tweesnijdend zwaard in de psychofarmacologie. Hoewel effectief bij therapieresistente depressies, vereist hun gebruik strikte dieetcontrole, interactiemonitoring en patiënteneducatie. De risico's op hypertensieve crises en serotoninesyndroom onderstrepen het belang van reservatie voor gespecialiseerde settings. Toekomstige ontwikkelingen in farmacogenetica (CYP2D6-genotypering) en selectievere MAO-B-remmers kunnen het veiligheidsprofiel mogelijk verbeteren.