Wat is neuroplasticiteit en hoe hangt dit samen met psychedelische therapie?
Neuroplasticiteit maakt het mogelijk om de hersenen zich te laten aanpassen naar nieuwe configuraties door nieuwe verbindingen te maken en te herstellen van schade. Bij psychedelische therapie is neuroplasticiteit een belangrijk werkingsmechanisme, omdat het verklaart waarom diepgaande veranderingen in denken, voelen en gedrag mogelijk zijn na één of meerdere sessies met psychedelica zoals psilocybine, LSD of ketamine.
Volgens de uitgebreide uitleg op de pagina Neuroplasticiteit en psychedelica speelt vooral de toename van BDNF (Brain Derived Neurotrophic Factor) hierin een centrale rol. BDNF is een eiwit dat de groei en het herstel van zenuwcellen stimuleert. Psilocybine en LSD verhogen de afgifte van BDNF via activatie van de 5HT2A-serotoninereceptoren. Hierdoor ontstaan nieuwe neurale verbindingen en worden oude, vaak destructieve patronen herconfigureerbaar.
Daarnaast draagt glutamaat, een belangrijke stimulerende neurotransmitter, bij aan de versterking van deze processen. Glutamaat activeert NMDA-receptoren, wat leidt tot langdurige synaptische veranderingen. Dit is het biologische fundament van leren, geheugen en gedragsverandering. Ketamine werkt juist direct op dit glutamaatsysteem, wat zijn snelle werking bij depressie verklaart.
In een therapeutische context helpt deze toegenomen neuroplasticiteit onder meer bij het verwerken van trauma’s, het loslaten van rigide zelfbeelden en het hervinden van emotionele balans. Zoals beschreven in het artikel over zelfacceptatie na destructieve kritiek, worden tijdens een psychedelische sessie vaak diepgewortelde patronen tijdelijk versoepeld, wat ruimte biedt voor nieuwe inzichten en gedragsverandering.
Samengevat: psychedelica stimuleren neuroplasticiteit via verhoging van BDNF en modulatie van serotonine- en glutamaatsystemen. Hierdoor kunnen therapeutische sessies met deze middelen diepgaand en blijvend transformerend zijn.
